Horizonnen (James Poskett)

horizonnen
Een mondiale geschiedenis van de wetenschap

Horizonnen van James Poskett is een eerbetoon aan de door de geschiedenis vergeten wetenschappers. Hij toont aan dat de geschiedenis van de wetenschap er een is van mondiale culturele uitwisseling.

Menigeen denkt dat de moderne wetenschap zijn oorsprong in Europa vindt, met grote geesten als Copernicus, Newton, Darwin en Einstein. Maar de geschiedenis van de wetenschap was en is nooit een uitsluitend Europees avontuur geweest. Copernicus maakte gebruik van mathematische kennis uit Arabische en Perzische geschriften, Newtons bewegingswetten waren gebaseerd op astronomische waarnemingen uit Azië en Afrika. Voor zijn On the Origin of Species raadpleegde Darwin een zestiende-eeuwse Chinese encyclopedie en de Bengaalse natuurkundige Satyendra Nath Bose was Einsteins inspiratiebron voor zijn studie van de kwantummechanica.

Horizonnen vertelt de geschiedenis van de wetenschap zoals die nog niet eerder werd verteld. Het toont aan dat de geschiedenis van de weten schap er een is van mondiale culturele uitwisseling. Horizonnen is een eerbetoon aan door de geschiedenis vergeten wetenschappers. We maken kennis met Graman Kwasi, de zeventiende-eeuwse Afrikaanse botanist die een medicijn tegen malaria ontdekte, Hantaro Nagaoka, de negentiende-eeuwse Japanse wetenschapper die de structuur van het atoom ontdekte, en Chung-Yao Cha, de twintigste-eeuwse Chinese natuurkundige die antimaterie ontdekte (terwijl een Amerikaanse collega er de Nobelprijs voor ontving).

Kanttekening

Na lezing van het boek plaats ik een kritische kanttekening bij het boek. De auteur gaat geestdriftig te werk in het aantonen dat de moderne wetenschap zijn oorsprong in de wereld vindt en niet in Europa. Elk hoofdstuk bevat de afsluitende boodschap dat de ontwikkeling van de wetenschap in Europa zonder invloed van de ontwikkelingen op andere continenten niet mogelijk is geweest. Dat zal ongetwijfeld kloppen en dat maakt Poskett ook aannemelijk aan de hand van bronnen. Wat in de analyse ontbreekt, is een onderbouwing van de mate waarin de niet-Europese (of beter gezegd: niet-westerse) wetenschappers een rol hebben gespeeld in de doorbraken die Europese wetenschappers hebben gerealiseerd. Ik mis het perspectief: zouden alle Europese uitvindingen niet tot stand zijn gekomen zonder niet-Europese wetenschappelijke inbreng? Of gold dit maar voor een klein deel van de uitvindingen? Het boek lijkt geschreven te zijn ten behoeve van de op voorhand vaststaande conclusie dat de moderne wetenschap een voortbrengsel is van alle wetenschappers over de gehele wereld – en dus niet een uitsluitend Europees avontuur.

 

horizonnen achterkant
Afbeelding van de achterkant van het boek

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *