Op vrijdag 23 juni loop ik de Ultra Trail in de Lavaredo Dolomieten in Cortina d’Ampezzo. In eerdere berichten had ik geschreven over mijn voorbereidingen en trainingen voor deze Ultra Trail van 50km en 2600 hoogtemeters. De organisatie is in handen van La Sportiva Lavaredo Ultra Trail by UTMB. Het evenement neemt vier dagen in beslag. Er worden meerdere wedstrijden gehouden. Te beginnen met een wedstrijd voor de kinderen, de Kid’s Race, die zich afspeelt in het stadje van Cortina. Voor de volwassenen zijn verschillende afstanden geprogrammeerd, vanaf een afstand van 10km tot het hoofdnummer op de 120km afstand.
Vrijdagochtend om half acht sta ik met mijn loopmaat Remco in het startvak. Over een half uur start de wedstrijd en nu al is het startvak vol. Meer dan 1500 deelnemers uit alle windstreken van de wereld hebben zich ingeschreven: Italianen, Europeanen, Amerikanen en zelfs lopers uit Vietnam, China en Venezuela.
Het parcours
In totaal 2600 hoogtemeters stijgen en dalen met een langdurige niet-steile klim aan het begin en enkele pittige beklimmingen bij de drie paswegen (cols) in het traject.
Het parcours verloopt tegen de wijzers van de klok in. De eerste helft bestaat voornamelijk uit de bestijging van de Travenanzes, een steil dal dat ingeklemd ligt tussen het Tofana en het Ciaval gebergte. De toppen van deze bergen zijn meer dan 3000m hoog wat een steil reliëf biedt ten opzichte van de 1500m lager gelegen Travenanzes vallei. Er is een kleine verzorgingspost te midden van de weiden van Malga Travenanzes. Water en cola is in de aanbieding. De overige etenswaren laten nog op zich wachten tot bij de tweede verzorgingspost. Deze bevindt zich op 24km afstand bij de Col Gallina (2060m hoogte). De derde verzorgingspost ligt op de Passo Giao (2236m) op 32km en een laatste post bij Croda da Lago (2040m) op 39km.
De start
Het startschot klinkt om acht uur en daar gaan we. De petjes zitten goed op het hoofd, de mobieltjes in de lucht voor het filmpje van de start, de sporthorloges worden aangezet en het publiek geeft een enthousiast applaus.
De eerste twee kilometers van het parcours verlopen over asfalt. De weg is breed. Dat geeft de mogelijkheid om met zijn tweeën naast elkaar te lopen. Daarna wordt het echt trail runnen: over paadjes rennen. En dat verandert niet meer tot de laatste twee kilometers van de wedstrijd. Om in het bos te komen moet het ‘peloton’ van lopers zich over een nauw bergpaadje persen. Dat gaat niet. Al snel sta ik stil en maak ik foto’s van de omgeving. Tien minuten file. Maar dat geeft niet. Trail running is ook nemen-zoals-het-is. Het is geen marathon met een afgebakend en effen parcours. Het is de natuur en het weer die dicteren hoe de omstandigheden zijn. Niet de kunstmatige ingrepen van de mens.
Travenanzes
In het bos, op weg naar de vallei van Travenanzes, struikelt Remco over een opstaande rand van een steen. Het resultaat zijn schaafwonden op zijn knie en pijn in de beenspieren. Dat is niet fijn aan het begin van de tocht. Bij een bergbeekje spoelt hij de wond door en kijk ik hem aan of hij zich goed genoeg voelt om door te gaan. Zijn ogen verraden het antwoord: uiteraard!
De weg door de Travenanzes is er een van steentjes, rotsen, te smalle paadjes en technisch lastige passages over steil afhangende bergbeekjes. De foto’s hieronder tonen het beeld van de tocht door de vallei. Ook hier staan we vaak in de rij om te wachten totdat we aan de beurt zijn om de passage te passeren. Met grote stappen over stenen moeten we bergbeken oversteken. Het lukt de een wel en de ander niet om droge voeten te houden. Ik heb het geluk dat mijn schoenen voldoende grip houden op de scherpe randen van de stenen die ik gebruik als springplankje om over de beek heen te springen.
Col Gallina en Passo Giau
Na het passeren van de Col dei Bos (2250m hoogte) volgt een afdaling naar 2035m hoogte. Op de stijgende bergweg omhoog naar Col Gallina raak ik Remco gaandeweg kwijt. Bij de haarspeldbochten zwaaien we met de stokken naar elkaar en geven we het teken dat alleen lopen ook OK is. Ik hoop dat Remco het volhoudt ondanks de schrammen en blauwe plekken die hij heeft opgelopen.
Ieder in zijn eigen tempo gaat de race door naar de Col en Passo Giau. De verzoringsposten zijn werkelijk fantastisch. Een overvloed aan eten staat klaar voor de lopers. Chocola, noga, biscuits, stukken stokbrood, kaas, vlees, noten, vijgen, dadels, banaan, ‘batsen’ sinasappel, stukjes appel en nog veel meer. Vocht in de vorm van cola (echte cola, geen zero), isotone sportdrank, thee en water. De risotto wordt klaargemaakt terwijl de lopers binnendruppelen en na enkele minuten vertrekken. Er zijn ook broodjes met jam en pasta, gebak en andere deegwaren. Het is een genot. Ik stop mijn mond vol, doe enkele noga blokjes in de zakjes van mijn sportbroek en neem enkele stukken stokbrood in de hand mee. Door naar Passo Giau en lopen maar. Het lichaam voelt anders aan zodra ik heb gegeten. Ik heb er zin in en voel me goed.
Over de helft
Het hoogste punt van de wedstrijd ligt op de Col van Rifugio Averau op 2410m hoogte. Er is geen bevoorradingspost maar wel een grote berghut waarvan de uitbater zo gastvrij is om de lopers gratis heerlijke thee aan te bieden. Een smaak die het midden houdt tussen jasmijn, groene en earl grey smaak. Dat geeft inspiratie voor de afdaling die meteen volgt. Dikke modder en blubber op de bergweg. Lopen over het gras en de stenen is een beter alternatief. De bevoorradingstent bij Passo Giau dient zich al snel aan. Het is opnieuw een feest van lekkernijen. De kaas en het brood gaan erin als zoete (zoute) koek.
Op de terugweg naar Cortina
Nu komen meerdere ‘colletjes’ in het tracé. Het is dalen en stijgen. Ik had de kaart van het parcours in mijn hoofd ingeprent, dus ik weet dat zich na een bergpas weer een volgende bergpas aandient. En dat er dan nog een bergpas volgt. Als ik de vierde col heb geteld, dan is het alleen nog maar bergafwaarts. Het gaat om vier cols:
- Forcella di Zonia (2299m)
- Forcella die Piombin (2239m)
- Forcella di Giau (2390m)
- Forcella Ambrizolla (2277m)
Na het passeren van de laatste col gloort Cortina d’Ampezzo onder in het dal. Ik ga met versnelde looppas naar beneden. Ik zie de laatste verzorgingspost Croda da Lago (2040m) voor me liggen en de benen zijn prima. Misschien komt dat wel door het oponthoud in het begin van de wedstrijd. De verzorgingsposten hebben fysieke en mentale inspiratie gegeven. Inmiddels heb ik 40km gelopen en ben ik zo’n zeven uur onderweg.
In de straten van Cortina loop ik iets harder door. Het kan dus doe ik het. Uiteindelijk rond ik de Lavaredo Ultra Trail 50k in een eindtijd van 8 uur en 35 min af. Daarmee ben ik tevreden. De voorbereidingen, het eten onderweg, de squat oefeningen, voldoende water tijdens het lopen, het prachtige landschap en niet onbelangrijk: het samen lopen met Remco. Dit alles heeft bijgedragen aan een resultaat waar ik blij mee ben.
Op Strava heb ik mijn route bijgehouden met de Garmin forerunner 935.
Met de telefoon heb ik enkele filmpjes gemaakt die ik hieronder achter elkaar heb gezet.
Uitrusting
De uitrusting werd dit keer niet gecontroleerd door de organisatie. Er hing alleen een dreiging boven de markt dat de organisatie zich het recht voorbehoudt ’to carry out spot checks during the race’. Hoe ze dat überhaupt hadden willen doen, is de vraag. Je gaat toch niet een renner die vermoeid is en wiens tijd doortikt, onderwerpen aan een rugzak-controle? Gelukkig is dit dan ook niet gebeurd wat niet wegneemt dat ik alles bij me had. Het plaatje van de uitrusting bij de Eiger E35 trail is hetzelfde bij deze wedstrijd.
Ik denk nu nog niet aan een volgende race maar dit was zeker niet mijn laatste!
Een gedachte over “Lavaredo Ultra Trail 50K”
Fantastische prestatie !
Prachtige omgeving!
Mooie verslaggeving!
En sportievelingen “all in the same positive inspiring mood”!