Voorbereiding voor de Trail du Pays Welche
Op 12 juli heb ik de Trail du Pays Welche gelopen. Hiervan heb ik reeds een blogje gemaakt. Het lopen van deze wedstrijd was echter niet gelukt zonder een goede voorbereiding. Met mijn zoon Matthias heb ik enkele dagen in Flims (Zwitserland) doorgebracht om samen te lopen en (een beetje) te rennen in de Alpen.
Vorig jaar zijn we in Bad Gastein, Oostenrijk geweest. Dit jaar zoeken we een ander Hapimag resort op en belanden we in het mooie Graubünden van Zwitserland, om precies te zijn, in Flims. We hebben vijf volle dagen te spenderen. Genoeg gelegenheid om te wandelen en mooie bergtochten te maken.
Dag 1 Flims

We verkennen de ‘huisberg’ van Flims. Het is een warme dag en de zon brandt goed op onze nek en petjes. We willen graag de ‘Segnas Sur’ en de ‘Segnas Sut’ zien. Hoogvlaktes van gras, meanderende beken, fluitende marmotten en een zee van prachtige bloemen. Het idee is om de Segnesweg Rundeweg te lopen. Op zo’n 2400 m hoogte zijn we aangekomen bij een kruising waar de afdaling naar de Rundeweg begint. We zien echter enkele wandelaars stoeien met het pad door een afhangend ‘Geröll’ gebied gaat. Rollende steentjes die geen houvast bieden. Dat lijkt ons niet verantwoord om met onze trailrun schoenen daar doorheen te lopen. We kiezen het zekere voor het onzekere en keren terug. De ervaring van vorig jaar is ons goed bijgebleven. We letten goed op elkaar en we willen altijd kunnen terugkeren wanneer we het niet meer (voldoende) vertrouwen. Al met al hebben we 21km en 1280 hoogtemeters gelopen.
Dag 2 Laax

De tweede dag blijven we in de buurt van Flims. We gaan naar Laax, het zusterdorp van Flims waarmee Laax het skigebied deelt. We gaan dit keer wel verder dan de eerste dag. We zijn van plan een grote ronde langs de Crap Masegn (2516m) te maken. In totaal ruim 24km en een kleine 1500 hoogtemeters hebben we voor de boeg.
Omdat we niet te laat in de middag op hoog terrein in de bergen te willen zitten in verband met mogelijk onweer, besluiten we meteen een flink tempo in te zetten op de wandelpaden omhoog. Met eeen hartslag van gemiddeld 140 per minuut bereiken we na twee uur het eindstation van de kabelbaan Laax-Crap Sogn Gion. De ene na de andere paraglider stormt hier de berghelling af.
Een prachtig vergezicht van paraglides en zweefvliegtuigen tekent zich af boven onze hoofden terwijl we doorlopen naar de Crap Masegn op circa 2500 hoogte. Op de kaart van Swiss Topo Map hebben we gezien dat het pad ook hier over een steil afhangend terrein met Geröll zou gaan – ook dit soort details blijft op de Zwitserse topografische kaarten niet onvermeld. Onze inschatting is dat het pad beloopbaar zou moeten zijn aangezien het pad zigzagde en opgenomen was in bergwandelroutes. Bij de plek aangekomen bleek de inschatting juist en konden we gelukkig veilig onze weg vervolgen.
Op de afdaling over de Alp da Sagogn heeft Matthias de stijgijzers (crampons/snowspikes) getest op een klein sneeuwveld, zie afbeelding hieronder. De omstandigheden dit jaar verschillen diametraal ten opzichte van vorig jaar. Dit jaar is het droog en zonnig. Vorig jaar was er veel sneeuw op lage hoogte met de eerste sneeuwvelden al vanaf 1900m eind juni. Daarnaast waren de paden modderig en bezaaid met plassen water. Dit jaar dus geen sneeuwvelden – behalve dit ene kleintje dan. Vorig jaar is er zoveel sneeuw gevallen in de winter en in het voorjaar dat er geen sprake was van sneeuwvelden maar van besneeuwde bergen. Hoe het ook zij: de stijgijzers doen het voortreffelijk!

Dag 3 Rheinschlucht
Ter bevordering van een sportieve afwisseling, huren we E-bikes en gaan we fietsen. Op het programma staat de Rheinschlucht, een kloof van de Voor-Rijn tussen Ilanz en de samenvloeiing met de Achter-Rijn bij Reichenau in het kanton Graubünden in Zwitserland, tot 400 meter diep en ongeveer 13 kilometer lang. Zonder het goed beseffen, begeven we ons in een authentiek Zwitsers landschap van kleine treinstationnetjes, berghellingen met Zwitserse schuurtjes, bloeiende almen, wildstromende rivieren waaronder de Voor-Rijn en diepe kloven met rotspartijen.

Het is een hele mooie ronde die we deze dag maken. We fietsen over gravel- en asfaltpaden. Vanuit de Rijnkloof omhoog is het klimmen met de fiets aan de hand op een bergwandelpaadje dat (te) steil en (te) stenig is. Het is een hele kunst om op de fiets te blijven zitten en omhoog te rijden, met flinke trapondersteuning. Dat lukt mij niet, Matthias wel.

Dag 4 Safiental

Na de noordkant van het Voor-Rijn dal te hebben verkend, gaan we naar het tegenovergelegen Safiental toe. Een prachtig diep ingesneden dal dat omgeven is door de machtige Piz Beverin. We zetten de auto in Safien-Platz en stijgen al snel omhoog naar de gehuchten Inner-Glas en Usser-Glas. Waar het boerenbedrijf zich niet alleen bekommert om het hooien van het gras maar ook om het maken van glaskunst. We genieten van de bergcultuur en wandelen weer terug naar het Safiental. In totaal hebben we 16km en 950 hoogtemeters afgelegd.
Dag 5 Bifferten Hütte

We kiezen voor een wandeling in de buurt van de Tödi berg. Niet dat we deze gaan beklimmen – we zouden het geeneens kunnen – maar we willen we de drieduizenders wel van dichtbij bekijken. Dat moet kunnen lukken als we naar de Bifferten Hütte gaan. Zo gezegd, zo gedaan. Een mooie route waar we eens te meer herinnerd worden aan de tocht naar de Niedersachsen Hütte, een jaar geleden.
We merken opnieuw dat het hooggebergte boven 2500m hoogte andere uitdagingen stelt. We hebben gelukkig een prima wandelpad dat ons leidt naar de op 2482m hoogte gelegen Bifferten Hütte. In de hut laten we de soep ons lekker smaken alvorens we weer teruggaan.

We zijn wijs en laten de verleiding liggen om de nabijgelegen Kistenstöckli (2748m) te beklimmen. Er is immers gewaarschuwd voor onweer en pittige buien. Daarnaast heeft Matthias last van zijn voorteen en besluit hij zelfs om dan maar op de geasfalteerde bergweg omlaag op zijn sokken te lopen, naar het dorp Breil. Dat geeft verlichting aan de voet en tevens voeding aan het besluit om naar de huisarts te gaan bij terugkomst in Nederland.
De vijf dagen vader & zoon zitten er weer op. Sport, uitdaging, ontspanning, eten, grappen en grollen. Het was goed!
Een gedachte over “Bergwandelen in Flims”
Erg mooie gebieden gezien. Maar, ik wil voor de lezer vooral het toch afgelegen Safiental aanbevelen; een authentiek inkijkje in een typisch Zwitsers dal!